Werken voor cello en gamba
Gut Feelings is een uniek cellokwartet omdat het op darmsnaren speelt, met cello piccolo’s en soms ook op viola da gamba’s. Het kwartet concentreert zich op de oude muziek en op een historisch verantwoorde interpretatie hiervan maar neemt regelmatig de vrijheid om de geschiedenis naar eigen hand te zetten. De consortwerken van Byrd zijn bijvoorbeeld eigenlijk voor gamba’s maar klinken misschien nog wel warmer op twee cello’s en wee cello piccolo’s. De spetterende Follia van Vivaldi is eigenlijk voor twee violen en basso continuo maar kan zonder enig probleem een octaaf lager gespeeld worden op cello piccolo’s, met een extra e-snaar.
Gut Feelings: ‘Om het maar eerlijk op te biechten: er zijn eigenlijk geen oorspronkelijke werken voor cellokwartet uit de barokperiode. In ons programma is het oudste ‘officiële’ cellokwartet het supervirtuoze kwartet van Lachner, enigszins in de stijl van Mendelssohn. Heel bijzonder zijn de kwartetten die componist Stephen Westra speciaal voor ons componeerde, over honderd jaar is dit ook oude muziek! Het duo voor twee gamba’s van Schaffrath is ook heel speciaal, juist omdat het heel late gambamuziek is, toen het instrument al bijna was uitgestorven… Sturm und Drang ten top!
Jan Insinger, cello en cello piccolo
Frank Wakelkamp, cello (piccolo) en viola da gamba
René Berman, cello
Marike Tuin, cello en viola da gamba
René Berman is sinds 1994 solocellist van het Gelders Orkest en hoofdvakdocent aan het conservatorium van Arnhem. Hij studeerde bij Ben de Ligt, en daarna bij William Pleeth. Hij volgde cursussen bij Milos Sadlo, Tibor de Machula en Frances-Marie Uitti.
Rene Berman soleert regelmatig, en speelde met zijn eigen Gelders Orkest o.l.v. Jaap van Zweden het Concert in D van Haydn. Op zijn verzoek schreef componist Micha Hamel hiervoor enkele hoogst persoonlijke cadensen. Hij gaf recitals in heel Nederland, voornamelijk met pianist Kees Wieringa. Zij speelden voor radio en tv, en namen enkele cd’s op, die zeer goed ontvangen werden. Ook toerden zij door verschillende Europese landen, de VS en door Indonesië. In dat laatste land werkte René Berman een jaar lang als docent cello aan het conservatorium van Yogyakarta. Hij was een van de docenten aan de kamermuziekcursus in Feistritz, Oostenrijk, en op Terschelling. Hij speelde ook incidenteel mee in toonaangevende ensembles als Conjunto Iberico, het Combattimento Consort en het Concertgebouworkest.
Jan Insinger begon met cellolessen aan de muziekschool bij Lenian Benjamins. Aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam studeerde hij vervolgens bij Elias Arizcuren en hij sloot zijn studie af bij Dmitri Ferschtman. Tijdens zijn studie maakte hij deel uit van het Europees Jeugdorkest en van het Chamber Orchestra of Europe. Jan Insinger trad diverse malen op als solist bij verschillen¬de ensembles in Nederland, maakte deel uit van het Giotto Ensemble, en was tevens vele jaren vast lid van Amsterdam Sinfonietta.
Tien jaar geleden is hij zich gaan toeleggen op het bespelen van de viola da gamba. Jarenlang was hij vaste gambist bij het Residentie Bachorkest. Tevens trad hij op als solist met het Leids Barok Ensemble met het gambaconcert van Tartini.
Jan was jarenlang solocellist van Holland Symfonia en is, met klassieke cello, lid van het Nepomuk Fortepiano Quintet, het Nederlands Barytontrio en de van Swieten Society.
Marike Tuin begon met cellolessen aan het ICO in Eelde bij Otto Berg. Ze begon vervolgens haar studie ‘moderne’ cello aan het Utrechts Conservatorium bij Lenian Benjamins maar stapte na enige tijd over op barokcello. Ze voltooide deze studie aan het conservatorium van Amsterdam, waar ze achtereenvolgens bij Wouter Möller en Jaap ter Linden studeerde. Met haar gambastudie begon ze in Ierland, waar ze les kreeg van Sarah Cunningham. Ze vervolgde haar studie bij Philippe Pierlot en Anneke Pols aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ook studeerde Marike aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, waar ze haar scriptie schreef over de levensbeschouwelijke interpretaties van Mozart’s opera ‘die Zauberflöte’.
Marike nam deel aan orkestprojecten onder leiding van o.a. Gustav Leonhardt, Jos van Immerseel en Philippe Herreweghe en volgde masterclasses cello en gamba bij o.a. Wieland Kuijken, Jordi Savall, Roel Dieltiens en Paolo Pandolfo.
Marike speelde in kamermuziekgroepen en (barok)orkesten als La Barca Leyden, het Frankfurter Barockorchester, Combattimento Consort Amsterdam en barokensemble Eik en Linde en maakt naast Gut Feelings deel uit van ensemble La Chambre du Roi en het Melpomene ensemble.
Frank Wakelkamp studeerde ‘moderne’ cello aan het Utrechts Conservatorium, waar hij les had van Dmitri Ferschtman en Maarten Mostert. Masterclasses volgde hij bij Frans Brüggen, Heinrich Schiff en Christophe Coin. Bij Viola de Hoog studeerde hij af als Uitvoerend Musicus barokcello.
Als orkestmusicus werkte hij met Anima Eterna, Concerto d’Amsterdam, Currende, Les Musiciens du Louvre, Al Ayre Español. Dirigenten waren Jos van Immerseel, Eduardo Lopez Banzo, Erik van Nevel, Ton Koopman, Klaas Stok. Met het Holland Boys Choir nam hij de 200 religieuze cantates van J.S. Bach op als continuo-cellist en bespeler van de violoncello piccolo.
Hierna nam hij een solo-CD op met cellosonates van de Amsterdamse barokcomponist Jacob Klein, die is uitgebracht bij Muziekgroep Nederland (CV 125). Hiervoor verrichte hij ook musicologisch onderzoek naar de voorheen onbekende Klein.
Kamermuziek speelt Frank Wakelkamp met The Great Charm, La Récolte en diverse ad hoc formaties, maar hij treedt ook op als solist. Met Trio Eroica won hij in 1996 het concours Musica Antiqua in Brugge met bijzondere lof van de Jury en de Radioprijs van BRTN 3.
In juni 2002 debuteerde hij op de viola da gamba en in 2003 soleerde hij voor het eerst in de Mattheüspassie van Bach. In 2005 startte hij met de eerste Urtext-uitgave van onder meer de cellosonates van Boccherini op editionwakelkamp.com. In 2007 gaf hij een lezing en een masterclass aan het Utrechts Conservatorium; vanaf 2009 geeft hij minors barokcello aan de Fontys Hogeschool in Tilburg.
Programma
William Byrd (1539-1623)
In nomine
Fantasia
Pavane
Stephen Westra (1967)
Small pieces for big instruments (4 cello’s)
comodo-andante
allegro
andante
molto vivace
Franz Schubert (1797-1828)
Sing-Übungen für zwei Singstimmen und bezifferten Bass, No. 36
moderato
Antonio Vivaldi (1678-1741)
La Follia, op. 1:12
PAUZE
Johann Michael Nicolai (1629-1685)
Chaconne in g-klein (Adagio) uit Sonate in C-groot voor 2 viola da gamba’s en basso continuo.
Chr. Schaffrath (1709-1763)
Uit: duetto voor 2 viola da gamba’s
Poco allegro
Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755)
Sonate en trio pour trois flûtes traversières sans basse in D-groot, op. 7 nr. 1 (1725) (bew. voor 3 cello’s)
Gravement- allemande (gayment)- lentement – Gavotte en Rondeau- gayment
François Lachner (1803-1890)
Serenade voor 4 cello’s
andante
allegro non troppo
Johann Pachelbel (1653-1706)
Canon
Vrijdag 22 april 2016, 20.15 uur
Voorverkoop: 17,50 Euro, Zaalverkoop: 20,00 Euro, CJP 2,50 Euro korting