Het gebouw
Het gebouw
In zijn voorwoord bij een artikel van drs. A. van der Poest Clement genaamd ‘Bij de oudste bewoners van ’t Huis te Poort’ te Schiedam in het tijdschrift ‘Scyedam’ van december 1982, schrijft de stadsarchivaris drs. G. van der Feijst: “Ieder in Schiedam kent wel de kerk en de pastorie van de Oud–Katholieken op de Dam. Op de gevel van de pastorie staat geschreven ‘THuis te Poort”. Weinigen weten, dat deze naam de herinnering vasthoudt aan een der voornaamste woningen van Oud–Schiedam”. Even verder schrijft hij: “Niet ter sprake (in het artikel) komt de herkomst van de naam ‘Huis te Poort””.
Een oud archiefstuk van 1549 luidt: “Schepenen in Schiedamme oorkonden, dat Pieter van Beveren Willemsz. belooft aan Tielman Oem Daniëlsz. te vrijwaren “Huys en erf, genaamd die Poort, dat deze van hem gekocht heeft, staande op den Dam, tussen St. Pietersteeg aan de Oostzijde, en huys en erf van de weduwe van Gerryt Jacopsz Smid aan de Westzijde”
In gemeld voorwoord gaat Van der Feijst aldus verder: “Wegens de grote afstand kan die naam niet ontleend zijn aan een stadspoort, in dit geval de Kethelpoort, maar misschien hebben we een oplossing voor ons, wanneer we in het register van grafelijke hofstede–huren binnen Schiedam uit 1461 lezen: “Symon Arentsz., bailiu, een groot huys ende erf met 2 poirten – 26 s.6 d. 6 capoenen”. Deze woning ligt aan de Dam, halverwege de Kethel poort en de Hoogstraat, en wel “aen die noortsijde”. De woning van 1549 kan zeker identiek zijn geweest aan deze 15e eeuwse woning van Schiedams baljuw.
In 1572 koos Schiedam de zijde van de reformatie. Strenge plakkaten tegen de katholieke eredienst werden uitgevaardigd. De Grote of Sint Janskerk werd door de hervormden in gebruik genomen. De rijke weduwe Annetgen Ariensdochter van Smalevelt (gest. 1623), echtgenote van burgemeester Pieter Pietersz. van der Burch, woonachtig in het Huis te Poort, zette zich in voor het behoud van de katholieke godsdienst, en bood aldaar onderdak aan pastoor Govert Aertsz. van Vliet en naderhand aan een Dominicaan, pater Caspar Luypaert, die zich beijverden de katholieke gemeenschap in stand te houden.
Er ontstonden twee schuilkerken. Een huis, gelegen tegenover het Huis te Poort aan het nog steeds naamloze steegje, dat een doorgang van de Dam naar de Korte Haven vormt, werd daartoe ingericht. De tweede schuilkerk werd gevestigd in het recht daartegenover gelegen Huis te Poort. De leden van beide kerken vormden samen de voortzetting van de parochie van de H. Johannes de Doper.
In het begin van de 18e eeuw kwam de scheiding, die meebracht, dat het Huis te Poort het tehuis werd van de Oud–Katholieken, terwijl de andere schuilkerk die bleef van de Rooms–Katholieken.
In 1861 werd het kerkgebouw opnieuw opgetrokken. De bouwkosten waren, inclusief die van een nieuwe pastorie, op f 25.100,– (€ 11.390,–)!. Het werd op 16 juli 1862 met grote plechtigheid door de voortvarende pastoor – later aartsbisschop – Johannes Heykamp ingewijd. Bij de eerste steen – zichtbaar in de St. Pietersteeg – werd een loden koker met perkamenten rol ingemetseld. Deze oorkonde werd getekend door de pastoor en de kerkmeesters W.B. Verkerk en W.J. Heyligers.
Restauratie
(Bron: SBSS, Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam)
In opdracht van het parochiebestuur van de H.H. Johannes de Doper, Maria Magdalena en Laurentius begeleidde SBSS de restauratie van het rijksmonument ’t Huis te Poort, de Oud-Katholieke kerk en pastorie aan Dam 28-30 te Schiedam. SBSS organiseerde vanaf de eerste verkennende gesprekken met het parochiebestuur alle besprekingen met het architectenbureau Restauro en de afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Schiedam.
Daarnaast startte SBSS eind maart 2006 de fondsenwerving voor de opdrachtgever. Substantiële giften – van St. Fonds Schiedam Vlaardingen, Prins Bernhard Cultuurfonds, De Groot Fonds, Dr. Muller’s Vaderlandsch Fonds, Kattendijke / Drucker Stichting, Elise Mathilde Fonds, Van der Mandele Stichting en een fonds dat anoniem wenste te blijven – hebben de restauratie van dit rijksmonument mede mogelijk gemaakt.
Na afwikkeling van de procedures met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kon aannemersbedrijf F. Bijl & zn. b.v. in juli 2006 met dit project van start gaan. Ir P.W.M. van Velzen van Architectenbureau Restauro en SBSS-bestuurslid P.J. Smits vormden samen de directie van de restauratie.
De voorgevel van de pastorie werd als eerste onder handen genomen. Daarna waren de poort en de voorgevel van de kerk aan de beurt. Helaas liep het stucwerk aan de buitengevel van de kerk vertraging op, zodat deze gevel niet geheel klaar was op het moment dat in november de werkzaamheden in de kerk ter hand genomen werden.
De kosten voor de voorgevels vielen hoger uit dan verwacht. De meerposten bestonden onder andere uit de hogere kosten voor het stucwerk van de voorgevel van de kerk, de duurzame eikenhouten deuren, waarvoor uiteindelijk werd gekozen, en voor het door de RCE gewenste dure speciaal geblazen Duitse glas voor het voorraam van de kerk.
Voordat de werkzaamheden in de kerk van start konden, moesten alle losstaande objecten als banken, communiebank en doopvont uit de kerk worden verwijderd. Het altaar, dat ook moet worden gerestaureerd, werd zorgvuldig gedemonteerd door restaurateur Ahrend van Ipenburg. Ook het orgel werd goed ingepakt om beschadiging te voorkomen. Daarna konden de steigers in de kerk worden geplaatst.
Het plafond in de kerk bleek in een veel slechtere staat te verkeren dan aanvankelijk was aangenomen door het door vocht verteerde riet en de te dunne stuclaag van het gehele plafond. Hierdoor vertraagde de oplevering van dit werk een aantal maanden. Het binnenstucwerk is vernieuwd en de lijsten zijn zoveel mogelijke gerestaureerd. Uit een gedailleerd kleurenonderzoek bleek de de vroegste kleurstelling op alle stuclijsten en versieringen het interieur het meest tot haar recht zou laten komen. Het is een fraai gezicht dat in de top van de kerk de boogfriezen met rijk gedetailleerde consoles weer zijn teruggebracht.
De effen geschilderde deuren in de kerk bleken in de beginperiode te zijn gehout. Het imiteren van dure bouwmaterialen, in dit geval eikenhout, was gebruikelijk in de negentiende eeuw. Besloten werd om de deuren en balustrade in de kerk in de oorspronkelijke staat terug te brengen en om deze te laten ‘houten’. De nieuwe eikenhouten deuren, die in de werkplaats van aannemer Bijl met de hand zijn gemaakt, vormen het sluitstuk van de restauratie van het rijksmonument ’t Huis te Poort. Vanaf zomer 2007 is Schiedam weer een prachtig monument rijker.