Rond Constantijn Huygens
Oscar Verhaar (NL), altus (counter-tenor)
Jan Cizmar (CZ), theorbe
Ieder seizoen wordt in ’t Huis te Poort minstens één avond gewijd aan Nederlandse oude muziek. Verschillende ensembles, waaronder Fortuna, Duo Rosemont en Trigon lieten de bezoeker kennismaken met uiteenlopende facetten van de muziek van eigen bodem. Dit keer is het de beurt aan het indrukwekkende jonge talent Oscar Verhaar. Hij brengt, begeleid door de Tsjechische luitist Jan Cizmar, een programma waarin hij het muziekleven rondom de veelzijdige Constantijn Huijgens (1596-1687) in kaart brengt.
Constantijn Huygens was een veelzijdig man. Naast politicus was hij dichter en componist van naar eigen zeggen meer dan 800 werken. Ook schreef hij nieuwe teksten op bestaande melodieën, een gebruikelijke praktijk in zijn tijd. Een vroeg voorbeeld hiervan is Te voilà donc, bel oeil uit 1619, waarvan zelfs de muziek van Huygens zou kunnen zijn. Kraft met smeeckende geluyen van P.C. Hooft, op muziek van Caccini, en Die mael, op tekst van Huygens, zijn eveneens contrafacten.
Zijn enige publicatie, Pathodia sacra et profana (Parijs, 1647), bestaat uit psalmen, Italiaanse aria’s en Franse airs de cour. De liederen waren niet alleen voor eigen gebruik bestemd, maar ook voor de muzikale opvoeding van zijn zoons Constantijn jr. en Christiaan. Huygens had ook een omvangrijke muziekbibliotheek, die zowel theoretische als praktische boeken bevatte. Een groot deel daarvan bestond uit meerstemmige psalmen en madrigalen uit verschillende landen; ook waren er bundels met muziek geschikt voor uitvoering door één of twee musici. Daaronder vallen Pratum musicum (Antwerpen, 1584) van Emanuel Adriaenssen, de door Jean-Baptiste Besard samengestelde Thesaurus harmonicus (Keulen, 1603), Prime musiche nuove (Londen, 1613) van Angelo Notari (een Italiaan die lange tijd tot de ‘Lutes and Voices’ van Charles II van Engeland behoorde), en verschillende bundels met Franse airs de cour waarvan delen op dit programma staan.
Mede door zijn vele reizen had Constantijn Huygens ook goede contacten met buitenlandse musici. Hij ontmoette de befaamde luitist Jacques Gautier en bewonderde Antoine Boësset, de bekendste componist van het Franse hoflied. Samen met onder anderen de Franse theoreticus Marin Mersenne organiseerde Huygens in 1640 een compositiewedstrijd tussen Boësset en Joan Albert Ban, een priester uit Haarlem en een persoonlijke vriend van Huygens die volgens de strenge theorie van zijn ‘zielroerende muziek’ componeerde. Beiden schreven een zetting van Me veux-tu voir mourir. Ban verloor de strijd.
Oscar Verhaar werd in 1987 in Rotterdam geboren en zong als jongenssopraan van het Rotterdams Jongenskoor vele malen solo in binnen- en buitenland (onder meer in Zwitserland, Oostenrijk, Slowakije, Rusland en de VS). Vanaf zijn 11de jaar studeert hij zang; eerst bij Hilary Reynolds en vervolgens bij Geert van den Dungen. Momenteel studeert hij bij Peter Kooij, Jill Feldman en Michael Chance op de afdeling Oude Muziek van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Oscar Verhaar treedt al sinds 2002 op als solist in het oratoriumrepertoire (Johannes- en Matthäus Passion, Weihnachts Oratorium, Hohe Messe en Magnificat van Bach, Gloria van Vivaldi, Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi en Maria Vespers van Monteverdi). Opera-ervaring deed hij op in Dido and Aeneas van Purcell (Sailor, Spirit) Venus and Adonis van John Blow (Cupid), beide in de regie van Marc Pantus, en Abraham and Isaac (Isaac) van Benjamin Britten, in de regie van Rata Kloppenburg (Nederlands Kameropera Festival 2005).
Daarnaast soleerde Oscar in 2004-2005 met muziek van Bach en Poulenc onder andere in Amsterdam (Holland Festival), Berlijn (Berliner Festspiele), Brussel (Festival des Arts) en Wenen (Wiener Festwochen) in een reeks voorstellingen van de succesvolle Proust-cyclus ‘Op zoek naar de verloren tijd’ door het RO-theater onder leiding van de Vlaamse regisseur Guy Cassiers. Documentairemaker Michael Jansen van de VPRO maakte in 2005 een prachtig radioportret van Oscar in de serie ‘De Avonden’.
Vorig jaar debuteerde hij op het Festival Oude Muziek Utrecht met een liedprogramma rond Constantijn Huygens. Door zijn grote stemomvang kan Oscar zowel alt- als sopraanpartijen uit het renaissance- en barokrepertoire vertolken.
De Tsjech Jan Cizmar studeerde hoofdvak gitaar bij Vladislav Bláha aan het Conservatorium van Brno en muziekwetenschap aan de Masaryk Universiteit te Brno. Beide studies sloot hij in 2004 met succes af. Vervolgens studeerde hij aan het Royal College of Music in Londen theorbe bij Jakob Lindberg en klassiek gitaar bij Carlos Bonell. Momenteel studeert Jan Cizmar luit en theorbe bij Joachim Held en Mike Fentross aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ook volgde hij masterclasses bij Hopkinson Smith, Evangelina Mascardi en Christina Pluhar.
Met verschillende ensembles en dirigenten was hij te gast op festivals als het Festival van Vlaanderen, Wratislavia Cantans in Polen, Holland Festival Oude Muziek Utrecht, Bach Festival Londen, Göttingen Händel Festspiele, Händel Festspiele Karlsruhe, Aldeburgh Festival en Festival ‘Bach en Combrailles’ (Frankrijk).
Jan Cizmar maakt deel uit van het European Union Baroque Orchestra en het Britten-Pears Baroque Orchestra. Hij speelde ook in het Orkest van de 18de Eeuw, Orchestra of the Age of Enlightment en bij de Nederlandse Reis Opera en onder dirigenten als Frans Brüggen, Gabriel Garrido en Peter Van Heyghen.
Naast uitvoerend musicus is Jan Cizmar ook oprichter en hoofdredacteur van het Tsjechische tijdschrift Kytara (gitaar en luit). Hij is tevens actief als muziekredacteur voor een aantal uitgevers, waaronder Bärenreiter.