Collegium Musicum – Telemann: Der getreue Music-Meister 

In het Telemannjaar 2017 werd er terecht veel aandacht besteed aan deze barokcomponist. Goede vriend van J.S. Bach, en in hun tijd ook aanmerkelijk hoger aangeschreven. Dat veranderde in de loop der eeuwen. Bach en Handel werden de helden en Telemann kreeg het stempel van aardige componist die het vooral van de kwantiteit moest hebben: zijn oeuvre is enorm! Inmiddels weten we beter. Het is veelzijdig, opwindend en er zijn nog heel wat verrassingen te ontdekken. Collegium Musicum laat het horen.

Door Telemanns veelzijdigheid en inventiviteit bleef zijn muzikale stijl zijn hele leven avant-garde en heeft dat grotendeels de rol van de professionele muzikant gevormd. Hij werd niet alleen geprezen door zijn tijdgenoten, maar werd ook vereerd door de volgende generatie: aijn faam was enorm. Twee abonnementlijsten voor zijn werken tonen dat Telemanns muziek hoog werd geschat. Niet alleen in Duitstalige landen, maar ook in Nederland, Zwitserland, België, Frankrijk, Italië, Engeland, Spanje, Noorwegen, Denemarken en de Baltische landen.

Telemann werd geboren in Magdeburg in een hogere middenklassefamilie. Op 10-jarige leeftijd  nam hij zang- en klavierlessen en twee jaar later werd hij geïnspireerd om zijn eerste opera te schrijven, Sigismundus. Zijn moeder maakte zich bezorgd over zijn muzikale interesse en was bang dat die zou leiden tot een muzikale carrière. Ze verborg zijn instrumenten en verbood hem om zich verder Muzikaal te ontwikkelen.

Het liep anders… Telemann werd grondlegger van het allereerste Duitse muziektijdschrift: Der Getreue Music-Meister, dat hij zelf publiceerde. Het merendeel van de muziek in deze collectie was van Telemann zelf, maar het omvatte ook werken van J.S. Bach, Zelenka, Pisendel, Weiss en andere toonaangevende muzikanten. Delen van een bepaald stuk werden uitgegeven in termijnen – het idee van een financieel genie, maar ook van een muzikant die er zeker van was dat zijn werk aantrekkelijk was en goed zou worden ontvangen.

Een groot deel van zijn productie bestaat uit kamermuziek van buitengewone kwaliteit. Het was essentieel in het dagelijkse leven van de 18e-eeuwse huishoudens, want kamermuziek verkort de afstand tussen publiek en musici, waardoor het publiek de muziek met meer intimiteit ervaart en er een grotere mate van vrijheid in het maken van muziek is. In die periode absorbeerden Duitse componisten als een spons alles wat trendy was in Italië en Frankrijk maar drukten er wel hun persoonlijke stempel op.

Inês d’Avena blokfluit
Sara DeCorso barokviool
Rebecca Rosen barokcello
Claudio Ribeiro klavecimbel en artistieke leiding

 

Programma

Triosonate voor blokfluit, viool en basso continuo in a-klein, TWV 42:a4
(Essercizii Musici – Hamburg, 1739-40)
Largo – Vivace – Affettuoso – Allegro

Triosonate voor viool, cello en basso continuo, TWV 42:G7
Vivace – Adagio – Allegro

uit 6e Quatuor – Nouveaux quatuors en six suites, TWV 43:e4 (Paris, 1738)
Prélude – Gay – Modéré (Chaconne)

uit Der getreue Music-Meister (Hamburg, 1728-29)
Ouverture “L’hiver”: Gravement – Vite – Largo – Sans Souci – Alla breve – Lento – Pastourelle

pauze

Triosonate voor blokfluit, viool en basso continuo in a-klein, TWV 42:a1
Affettuoso – Vivace – Grave – Menuet

Suite voor klavecimbel in C-Groot, TWV 32:3
(Essercizii Musici)
Largo – Allemanda – Menuet I & II – Giga

Triosonate voor blokfluit, viool en basso continuo in d-klein, TWV42:d10
Allegro – Adagio – Allegro – Presto

 

€ 25,00 voorverkoop / € 27,50 aan de zaal – CJP € 2,50 korting